Van wie is de stad? Vraag het mijn marxistische 90 jarige opa en hij zou vol haat zeggen ‘van de heilige koe van onze maatschappij: de auto. Een betere vraag is: voor wie moet de stad zijn? Voor de fietser en de voetganger!’
En zo was het afgelopen zaterdag ook bij de opening van de vernieuwde ringweg rond Groningen. Een speciaal moment: je mocht op de snelweg wandelen!
Straks wordt dit een van de meest mens-dier-en natuur- vijandige omgevingen: een snelweg waar auto’s met 120km/u overheen scheuren. (Waarschijnlijk 70km, en het is dan ook geen ‘echte’ snelweg hoor ik nu net, maar als niet-rijbewijs-bezitter vind ik alles dat op vier wielen rijdt en harder gaat dan de fiets een snelweg). Vandaag was het nog een gemoedelijke sfeer. Duizenden mensen grepen de kans aan om het asfalt met 3 kilometer per uur met de benenwagen onveilig te maken. Dat is toch veel leuker!
Laten we onze stedelijke ruimtes weer heroveren met de goede oude (niet elektrische!!)fiets, de benenwagen en voor de langere stukken openbaar vervoer. De auto neemt steeds meer ruimte in beslag, al helemaal in de stedelijke omgeving. Niet alleen stijgt het aantal auto’s in Nederland al jaren gestaag, ook worden de auto’s steeds groter blijkt uit onderzoek. Ten opzichte van vijf jaar geleden is het aantal auto’s met 7,4% gestegen. En elk jaar worden auto’s een halve centimeter breder. Dit heeft meer uitstoot, en minder plek in de openbare ruimte tot gevolg.
En er zijn heel wat leuke dingen te verzinnen met die openbare ruimte als we de auto’s eruit gooien! Het NRC heeft een leuk artikel over alle dingen die je kunt doen met de ruimte die vrijkomt als je parkeerplekken in de stedelijke omgeving een andere functie toebedeelt. Een sjoelbak, een mini straat bioscoop, straatmeubilair waar kinderen op kunnen spelen, zwembadjes en een mini sauna. Dit zijn blijkbaar maar een paar van de mogelijkheden die door een of ander hip stadscollectief bedacht zijn.
Maar hoe komt het nou dat we massaal een auto voor de deur hebben? We zouden onze vinger kunnen wijzen naar Joop den Uyl die wilde dat elke arbeider een eigen auto voor de deur kon hebben. Of naar Ford, met zijn ideologie dat de arbeiders de auto’s konden kopen die ze voor hun werk in elkaar zetten.
Enerzijds was dat natuurlijk wel een verheffing van de arbeider, een eigen auto. Het werd voor gezinnen makkelijker om naar het strand of het bos te rijden, en wat uit te waaien en te genieten van de natuur en schone lucht. Dat is een gigantische verbetering ten opzichte van de arbeiders die in krotten moesten wonen in het begin van de 20 ste eeuw, waar al eerder een stukje op deze site over is verschenen, hier.
De auto is ook gewoon heel erg goed in de markt gezet. De auto staat voor vrijheid, eigen keuzes maken, je eigen weg volgen. Dit wordt perfect geïllustreerd in de iconische feministische film Thelma en Louise uit 1991. Twee vriendinnen gaan in een (oke toegegeven waanzinnig mooie) auto een weekendje de natuur in om te ontsnappen aan de vervelend mannen in hun leven. Een verstikkend huwelijk, een baas die veeleisend is, etc. Onderweg wordt Thelma bijna verkracht en Louise schiet de belager dood. Ze vluchten in hun mooie auto en een roadtrip naar Mexico volgt. Tijdens de road trip emancipeert vooral Thelma van een onderdrukte huisvrouw naar een zelfstandige vrouw die haar eigen keuzes maakt, ook op seksueel gebied. Zou dat ook allemaal hebben gekund als ze met de bus of de trein waren gaan reizen? Toch moeilijker voor te stellen he…
Maar dat komt vooral omdat onze wereld meer en meer op de auto is ingesteld. Steden worden ontworpen voor de auto, stoepen, stoplichten, aanrijroutes, parkeerplaatsen, de vorm van straten, echt alles wordt voor de auto ingericht. Hoe meer aandacht er uitgaat naar de auto, hoe minder naar openbaar vervoer. Steeds meer bussen en treinen verdwijnen. Dat is een beetje in het kort hoe we hier gekomen zijn. Van een mooi idee, een autootje voor iedereen, ook de arbeiders die makkelijk gezonde lucht kunnen snuiven, tot de keerzijde van de nieuwe realiteit: een monsterlijke vervuilende invasie die steeds meer openbare ruimte opeet.
Je kent die foto’s vast wel, van een groepje mensen in een verder lege straat. Stop de mensen in een bus en de straat is nog steeds betrekkelijk leeg. Duw ze een fiets in de hand, en de straat is schoon, sportief en ruimtelijk. Stop al die mensen in een individuele auto en de straat staat bommetje vol.
Nog meer argumenten nodig voor beter openbaar vervoer? Nee, ik ben al lang genoeg aan het preken voor eigen parochie, beter dat ik daar mijn tijd niet langer aan verdoe. Ik kan liever even de banden van mijn fietsje oppompen en de stad onveilig maken met mijn roze vintage stalen ros.
Het is toch een heerlijk gevoel om op je fietsje door de regen te rijden… Een beetje ongemak is goed voor je, dan geniet je weer extra van het droge en warme als je thuis bent. Gemak dient de mens, maar word je van gemak altijd maar een beter mens?
Gelukkig is er altijd licht aan het einde van de tunnel: